Na de dood van koning Arthur krijgt Johan van Merlijn de opdracht zich naar de afgelegen zuidelijke eilanden te begeven om zich ter plaatse van de toestand te vergewissen. Daar wordt hij onmiddellijk geconfronteerd met een groep nomaden die moordend en plunderend door het land trekt. Tijdens een zware storm zoekt Johan onderdak in een Donjon waar hij gastvrij wordt onthaald door Zigliora (zie de zwarte banier). De volgende dag vallen ze beiden in een diepe slaap waaruit Zigliora niet ontwaakt. Johan wil weten wat er aan de hand is, maar botst tijdens z'n zoektocht op levende doden, monsterlijke aaseters en uiteindelijk, Tuan de Barbaar.
Na de dood van koning Arthur krijgt Johan van Merlijn de opdracht zich naar de afgelegen zuidelijke eilanden te begeven om zich ter plaatse van de toestand te vergewissen. Daar wordt hij onmiddellijk geconfronteerd met een groep nomaden die moordend en plunderend door het land trekt. Tijdens een zware storm zoekt Johan onderdak in een Donjon waar hij gastvrij wordt onthaald door Zigliora (zie de zwarte banier). De volgende dag vallen ze beiden in een diepe slaap waaruit Zigliora niet ontwaakt. Johan wil weten wat er aan de hand is, maar botst tijdens z'n zoektocht op levende doden, monsterlijke aaseters en uiteindelijk, Tuan de Barbaar.